Echt gebeurd?
Door Joop Scheffers
Na het verschijnen van mijn tweede boek, een autobiografische roman met als titel Een Leven Zoals Bedoeld, krijg ik geregeld de vraag wat is nu echt gebeurd en wat is verzonnen, wat is feit en wat is fictie? Waarom heb je gekozen voor de romanvorm en niet voor een echte autobiografie, voor een waargebeurd levensverhaal in de vorm van memoires?
Gaande het schrijfproces is mijn antwoord op die legitieme vraag in drie delen uiteengevallen.
Op de eerste plaats werd het mij na vele gesprekken met familieleden en vrienden duidelijk dat het geheugen en de herinnering gebrekkig en onbetrouwbaar zijn, want subjectief en selectief. Sommige voorvallen uit gedeelde levensperiodes, vaak decennia geleden, kon ik mij bijvoorbeeld nog haarscherp herinneren maar deden bij mijn familie en vrienden geen belletje te doen rinkelen. Omgekeerd wisten zij dingen nog precies te herinneren die mij volledig waren ontschoten. Wel gedeelde herinneringen bleken we verschillend te hebben ervaren, en daaraan ook een eigen betekenis te geven. De waarheid kan dus heel persoonlijke gedaantes aannemen. Waarom zou ik een autobiografie schrijven met de kans op grote uitglijders? Mij zou kunnen worden verweten niet volledig te zijn geweest of ik kon zelfs beticht worden van verdraaiingen en aperte onjuistheden. Dat geldt helemaal voor de personen die in mijn roman voorkomen en een rol vervullen in mijn levensverhaal waarin zij zich niet kunnen of willen herkennen. Bovendien vroeg ik mij af of het überhaupt mogelijk is een compleet waargebeurd verhaal te vertellen over een periode van tientallen jaren geleden. Zijn herinneringen eigenlijk altijd al niet een mengvorm van werkelijkheid en verbeelding?
Dat brengt mij op het tweede deel van mijn antwoord: het grote voordeel om een romanschrijver te zijn is immers dat je in alle vrijheid kan en mag spelen met feit en fictie. Juist waar het gaat om persoonlijke ontwikkelingen en ervaringen, waarmee je in de openbaarheid treedt, was het voor mij heel prettig een veilige fictiebuffer te kunnen plaatsen tussen mijzelf als auteur en de ik-persoon in mijn roman.
De derde reden om te kiezen voor de romanvorm is dat fictie/verbeelding voor mij heeft gewerkt als smeermiddel om mijn levensverhaal te ordenen en vlot te laten verlopen. Ik heb veel weggelaten en genoeg erbij verzonnen. Ik kon springen in de tijd, dan eens vooruit en dan weer achteruit, en in een roman hoef je niets uit te leggen (‘show, don’t tell’). Ik heb daardoor bewust kunnen kiezen voor een bepaalde compositie die mijn levensverhaal hopelijk meer leesbaar heeft gemaakt.
Veel lezers hebben mij gezegd dat mijn boek toch leest als een echte autobiografie. Ik beschouw dat als een groot compliment want dan heb ik mijn levensverhaal kennelijk heel waarachtig geschreven.
is de mistral
Gaande het schrijfproces is mijn antwoord op die legitieme vraag in drie delen uiteengevallen.
Op de eerste plaats werd het mij na vele gesprekken met familieleden en vrienden duidelijk dat het geheugen en de herinnering gebrekkig en onbetrouwbaar zijn, want subjectief en selectief. Sommige voorvallen uit gedeelde levensperiodes, vaak decennia geleden, kon ik mij bijvoorbeeld nog haarscherp herinneren maar deden bij mijn familie en vrienden geen belletje te doen rinkelen. Omgekeerd wisten zij dingen nog precies te herinneren die mij volledig waren ontschoten. Wel gedeelde herinneringen bleken we verschillend te hebben ervaren, en daaraan ook een eigen betekenis te geven. De waarheid kan dus heel persoonlijke gedaantes aannemen. Waarom zou ik een autobiografie schrijven met de kans op grote uitglijders? Mij zou kunnen worden verweten niet volledig te zijn geweest of ik kon zelfs beticht worden van verdraaiingen en aperte onjuistheden. Dat geldt helemaal voor de personen die in mijn roman voorkomen en een rol vervullen in mijn levensverhaal waarin zij zich niet kunnen of willen herkennen. Bovendien vroeg ik mij af of het überhaupt mogelijk is een compleet waargebeurd verhaal te vertellen over een periode van tientallen jaren geleden. Zijn herinneringen eigenlijk altijd al niet een mengvorm van werkelijkheid en verbeelding?
Dat brengt mij op het tweede deel van mijn antwoord: het grote voordeel om een romanschrijver te zijn is immers dat je in alle vrijheid kan en mag spelen met feit en fictie. Juist waar het gaat om persoonlijke ontwikkelingen en ervaringen, waarmee je in de openbaarheid treedt, was het voor mij heel prettig een veilige fictiebuffer te kunnen plaatsen tussen mijzelf als auteur en de ik-persoon in mijn roman.
De derde reden om te kiezen voor de romanvorm is dat fictie/verbeelding voor mij heeft gewerkt als smeermiddel om mijn levensverhaal te ordenen en vlot te laten verlopen. Ik heb veel weggelaten en genoeg erbij verzonnen. Ik kon springen in de tijd, dan eens vooruit en dan weer achteruit, en in een roman hoef je niets uit te leggen (‘show, don’t tell’). Ik heb daardoor bewust kunnen kiezen voor een bepaalde compositie die mijn levensverhaal hopelijk meer leesbaar heeft gemaakt.
Veel lezers hebben mij gezegd dat mijn boek toch leest als een echte autobiografie. Ik beschouw dat als een groot compliment want dan heb ik mijn levensverhaal kennelijk heel waarachtig geschreven.
De doop
‘Ik begon mijn carrière ooit als journalist bij het dagblad De Typhoon, dat in bijna alle Zaanse huiskamers werd gelezen. In 1979 stapte ik in een lange bestuurlijke carrière, maar ik nam mij steeds voor weer te gaan schrijven zodra ik mijn ambtsketen had afgelegd. Nu is dat zo ver. Ik schrijf columns voor De Orkaan, de digitale opvolger van De Typhoon, maar romans schrijven is mijn passie. Columns zijn mijn wekelijkse werk, het schrijven een roman is een dagelijkse kunst. De auteurs van Boek-dok hebben die passie gemeen. Elk van ons onderscheidt zich door werk dat mooi geschreven is en originaliteit bezit, maar zich niet per se leent voor grote commercie.
Nu is een journalist niet vanzelfsprekend een romancier. Bij de krant moet de plot in de eerste drie regels, in een roman moet je er minstens tweehonderd pagina’s over doen. Dus volgde ik colleges literair schrijven en begon aan mijn eerste manuscript Het jaar van de held.
De voltooiing van je eerste boek is als de geboorte van een kind, maar een boek is geen baby. Je legt je kind niet te vondeling op de stoep van een uitgever, met de piepkleine kans dat hij het opraapt. Om vervolgens te concluderen: `Past niet in ons fonds.’ De afwijzing laat soms een halfjaar op zich wachten. Na het schrijven van je roman komt dus meestal de teleurstelling. Je moet ook beducht zijn op de snelle reageerders, die niet in jouw verrassende talent maar in je portemonnee geïnteresseerd zijn. Ergens in hun mooie verhaal staat een kassa.
De uitgever heeft het moeilijk en deinst terug voor een riskante onderneming. Oh gut, weer een manuscript, denkt hij. Alsof een bakker zich zou beklagen over een grote graanoogst. De bakkers pakten het slimmer aan. Door samenwerking versloegen ze Kingcorn met een veelzijdig product en zie nu het resultaat: Heel Holland bakt!
Wie zelf een boek uitgeeft, moet weten dat hij daarna voorlopig niet aan schrijven toekomt. Promotie is de vaardigheid van de grote uitgevers en jij moet daartegenop boksen. Het is hard werken om je boek te verkopen in bibliotheken, leesclubs en boekwinkels.
Slechts enkelen maakten een bestseller van hun zelf uitgegeven werk: zoals Harry Potter, en de afslankboeken van Sonja Bakker. En dan ook nog in torenhoge oplages. Tegenwoordig worden er ook veel boeken digitaal uitgegeven. Een bibliofiel gruwt ervan, want er gaat niets boven het snuffelen in een boekwinkel en het in je handen houden van een boek met een mooie kaft en bladzijden die je kunt terugslaan.
Toch gaat de digitale techniek een steeds grotere rol spelen in de uitgeverij. De uitvinding van de stoommachine hebben we ook niet teruggedraaid om paard-en-wagen te sparen. Boek-dok is een netwerk van geroutineerde, gepassioneerde schrijvers, met elk een trouwe lezerskring. Door samen te werken, laten we onze lezers kennismaken met het werk van gelijkgestemde collega’s. Via internet en de oude vertrouwde boekhandel.