de 27ste mei
27 MEI
uit de dichtbundel Vliegend
De bus was zwaar toegetakeld
sommige ramen waren gebarsten
hij mocht aan de voorkant instappen zoals altijd
hij had een streepje voor, hij kende de chauffeurs
en hij was de jongste die bij de laatste halte uitstapte.
Vol was de bus, vol
De lucht was vervuld van angst voor iets onbekends
er hing een broeierige hitte
de mensen zwegen
alsof ze sliepen
met open ogen.
“Er gebeuren slechte dingen jongen”, zei de chauffeur
“heel slechte dingen.”
Hij begreep het niet maar liet het niet merken
hij zweeg
hij draaide zich om en keek
naar de mensen in de volle bus
leeg.
Altijd was hij de laatste passagier bij de laatste halte
soms een paar bekenden, soms een onbekende
hij liep alleen langs het spoor
langs het half afgebouwde paleis van Sefa Kılıçlıoğlu
hij keek steeds achterom
soms floot hij
om de angst te bezweren nu hij alleen was.