Nu ik de politiek van een afstand volg, schieten mij allerlei vragen te
binnen, waarmee ik vroeger als staatssecretaris, Tweede Kamerlid en
burgemeester werd geconfronteerd.
Wat geeft iemand het recht macht uit te oefenen over een land en een volk?
Op welke eigenschappen is dat recht gebaseerd? Ik heb aardige mensen met
een helder verstand zien veranderen in krampachtige politici of te vlotte
sprekers. Om mijn vragen te kunnen beantwoorden, creëerde ik een
minister-president, Jacob Poppe geheten en een spindoctor, Thijs van Wijk
genaamd, in een verzonnen politiek Nederland. Al schrijvende vond ik de
antwoorden. De karakters in mijn nieuwe roman Het wajangspel ontwikkelden
zich onder mijn vingers. Tot het eind van het verhaal blijft de vraag: wie
was de dalang (de poppenspeler) en wie was de wajang overeind. In de
epiloog valt een en ander op zijn plaats. De schrijfstijl is soms ironisch
en soms schrijnend. Ik heb dit boek met veel plezier beschreven. Ik hoop
dat de lezer het met evenveel plezier leest. Aan gebrek aan humor zal het
niet liggen.
Anneke van Dok